Kast 2B: Rekenen

Kast 2B: Rekenen

Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, breuken; voor sommigen een mysterie, voor velen een openbaring …

Maar ieder van ons is wel bekend met het telraam. Groot, met dikke kralen: voor in de klas stond het goed zichtbaar opgesteld. Maar ook je vingers waren een probaat rekenhulpmiddel.

Toch zijn er in de loop der jaren veel extra rekenhulpmiddelen bedacht.

Meer weten?

De velden van 10×10 kralen of blokjes werden gebruikt om de leerlingen inzicht te geven in ons tientallig stelsel.

De verschillende lengten en kleuren van de houten staafjes verduidelijken belangrijke rekenkundige ontdekkingen en vergroten het inzicht.

Met behulp van deze staafjes kon het rekenen voor de leerlingen visueel worden gemaakt.

Met dit materiaal kunnen de leerlingen visueel ervaren wat breukdelen zijn.

Deze ronde breukdelen hebben contrasterende kleuren, zodat de waarden duidelijk zichtbaar zijn. Ze zijn magnetisch en konden op een magnetisch bord worden aangebracht.
Voor de leerlingen was er het plastic doosje met breukdelen in miniatuur.

Dit is materiaal in de vorm van een appeltje, om breuken weer visueel te maken.

Ook de breukstokken werden gebruikt om breuken visueel te maken.
Deze stokken kunnen ‘gebroken’ worden. Doordat er binnenin elastiek zit vallen ze niet uit elkaar.

Rekenen op je vingers is erg handig, vooral wanneer je de sommetjes onder de 10 nog niet goed kent: je hebt ze namelijk altijd bij je. Met deze rekenhanden kan je getalbegrip ontwikkelen, door vingers 1 voor 1 op te tellen en weg te klappen bij de minsommen: het was een visuele ondersteuning. De rekenhandjes werden in 1928 ontworpen door de Amsterdamse onderwijzeres: Sara Heijmans.

Om de inhoud te bepalen en visueel te maken, werden voor vloeistoffen deze maateenheden gebruikt. Er waren de zogenaamde ‘natte maten’ en de ‘droge maten’. Om inzicht te geven in de verschillende gewichten werd het gewichtenblok gebruikt.

De kubus werd gebruikt om de inhoudsmaten duidelijk te maken. In 1 dm3 passen 1000 blokjes van 1 cm3.