Iconenkamer

Iconenkamer

In Nederland zijn een aantal mensen die in de ontwikkeling van het onderwijs hun sporen hebben verdiend. We geven ze in deze iconenkamer een extra podium.

Hoogeveen, Scheepstra, Ligthart , 3 mannen die voor het leesonderwijs in Nederland van grote betekenis zijn geweest.
Maria Montessori en Friedrich Fröbel die met hun vernieuwende ideeën het kleuteronderwijs op een hoger plan brachten.

En wie kent niet het spreekwoord : ‘Het klopt volgens Bartjens’. Dit geeft aan dat een berekening kloppend of logisch is, verwijzend naar het door hem geschreven rekenboek.

U herkent vast wel de mooie schoolplaten getekend door Jetses, Koekkoek en Isings.
In de vier lijstjes ziet U de oprichters van het: Freinetonderwijs, het Jenaplan, de Vrije School en het Daltononderwijs.

Meer weten?

Deze 3 mensen zijn voor het leesonderwijs in Nederland van grote betekenis geweest.
Hoogeveen was de bedenker van het leesplankje aap noot mies, Scheepstra en Ligthart stelden de leesboekjes samen.

Hij illustreerde de afbeeldingen op de leesplankjes en ook de leesboekjes.
die Ligthart en Scheepstra samenstelden.
U herkent vast ook wel de mooie schoolplaten, die hij tekende.

Maria Montessori is een Italiaans arts. Ze trekt zich het lot van kinderen met een lichamelijke belemmering aan. Ze ontwikkelt voor hen speciale leermiddelen, zodat zij op niveau kunnen functioneren in het dagelijks leven.

Zo maakt ze gebruik van hoorkokers en bellen, om waar nodig, het gehoor extra te trainen.

Voor kinderen met een visuele beperking zijn er schuurpapieren letters en cijfers, om de vormrichting te kunnen aanvoelen.
Allerlei rekjes met vaardigheden helpen, om te leren strikken en zichzelf te kunnen aankleden.

Friedrich Fröbel was een Duits opvoedkundige.
Hij is de oprichter van de oudste bekende kleuterschool ‘Der Kindergarten’ in 1837 in Duitsland. Hij liet de kinderen, jonger dan zes jaar werken met
allerhande zelfbedachte, creatieve opdrachtjes, die hij leerzaam achtte.

Hij is bekend geworden als grondlegger van de antroposofie en haar praktische
toepassingen. Een belangrijk uitgangspunt van Rudolf Steiner is dat elk kind uniek
is en de gelegenheid moet krijgen om zich volledig te ontplooien. De nadruk
ligt op de natuur en natuurlijke materialen zoals wol, steen, hout of bijenwas.
Kinderen leren niet alleen lezen en rekenen, maar ook vreemde talen spreken, dansen, toneelspelen, zingen, schilderen. Ze werken in de tuin en vieren feest. De vrijeschool wil kinderen al die bagage meegeven, zodat zij later van alle markten thuis zijn.
De naam vrijeschool betekent niet dat de kinderen maar wat aan kunnen rommelen of zelf mogen bepalen wat zij willen leren, maar duidt erop dat elk kind de vrijheid krijgt om op zijn eigen manier te leren.

Het daltononderwijs wil kinderen vormen tot volwassenen die zelfstandig
kunnen denken en handelen. Daarom wordt er weinig klassikale les gegeven.
In plaats daarvan krijgen kinderen taken die zij in een bepaalde tijd moeten
afronden. Denk bijvoorbeeld aan week- of maandtaken en individuele of
groepstaken.

Jenaplanonderwijs is een vorm van vernieuwingsonderwijs.
In de praktijk zijn de meest opvallende kenmerken van het Jenaplansysteem dat
meerdere leerjaren gemengd worden in een stamgroep. Daarnaast is zelfstandigheid
belangrijk in het Jenaplanonderwijs, in combinatie met het werken in en presteren
als groep. In het Jenaplanonderwijs staan kringen, viering, werken en spelen centraal.

Freinetonderwijs gaat uit van de volgende principes: Het onderwijs wordt
opgebouwd op basis van datgene wat leeft bij de leerlingen. De kinderen
hebben de wens zaken uit te zoeken, tonen initiatieven en laten die in de
groep horen; gezamenlijk wordt daar onder begeleiding van de leerkracht
een plan op gemaakt.

En wie kent niet het spreekwoord : ‘Het klopt volgens Bartjens’.
Dit geeft aan dat een berekening kloppend of logisch is,
verwijzend naar het door hem geschreven rekenboek in 1591.
Aan de hand van zijn ervaringen in het rekenonderwijs,
beschreef hij zijn eigen rekenmethodes in: ‘De Cijfferinghe’.

Isings is bekend geworden door zijn historische aquarellen, waaronder 43 schoolplaten.
Hij wordt beschouwd als één van de belangrijkste historieschilders van Nederland.
Bekende schoolplaten die in ieder klaslokaal hingen zijn:
‘De Noormannen voor Dorestad’ en ‘De overwintering op Nova Zembla’.

Marius Koekkoek schilderde voornamelijk natuurkundeplaten.
Hij maakte aquarellen voor 2 series van 12 schoolplaten, die gebruikt werden bij de Natuurkundeles. Bekend van hem is de schoolplaat ‘In sloot en plas’.
Wilt u meer weten over al deze Iconen?

Op het schoolbankje in deze kamer ligt uitgebreide informatie ter inzage.

Wilt u meer weten over al deze Iconen? Op het schoolbankje in deze kamer ligt uitgebreide informatie ter inzage.