Kast 1A: Kleutermaterialen

Kast 1A: Kleutermaterialen

Aan het speelpleintje grenst de vitrinekast, waarin het speelleermateriaal van het Kleuteronderwijs is uitgestald.

Twee specialisten, Friedrich Fröbel en Maria Montessori, hebben hun sporen in het Kleuteronderwijs verdiend. Na de tweede Wereldoorlog verdween de zogenaamde ‘Bewaarschool’. De naam ‘Kleuterschool’ kwam ervoor in de plaats.

Maria Montessori kwam als Italiaanse arts in contact met kinderen, die gehandicapt waren in hun verstandelijke ontwikkeling. Zij wil het kind helpen bij zijn ontwikkeling door hem een omgeving te bieden, die de zelfwerkzaamheid bevordert, zodat het kind via eigen activiteit tot ontplooiing van zijn persoonlijkheid kan komen. Ze wilde die kinderen helpen een zo groot mogelijk deel van hun achterstand in te lopen. Met aangepaste leermiddelen leerde ze de kleintjes voelen, zien, horen en ruiken.

De ontwikkelingsleerlijn van Friedrich Fröbel kreeg ook hier steeds meer bekendheid. Hij had romantische opvattingen over de natuurlijke ontwikkeling van kinderen en bracht nieuwe methoden en speelleermiddelen in de kleuterschool.

Hij legde de nadruk op een creatieve leeromgeving bij het aanleren van kleuren, vormen en begrippen. Hij stimuleerde vooral hun zelfwerkzaamheid.

Zelf noemde Fröbel deze scholen ‘t liefst ‘Kindergarten’, de kindertuin. En ook sprak hij niet van speelleermiddelen maar van speelgaven.

Meer weten?

Het onderscheiden en op volgorde leggen van de 10 bruine treden stimuleert het gebruik van de spieren in de handen, armen en in het lichaam. De kleinste trede past 100 keer in de grootste trede.

De bellen helpen kinderen met een gehoorstoornis de hoge en de lage tonen te onderscheiden. De bellen vormen samen 2 octaven.

Er zijn 4 verschillende cilinderblokken, waarbij de begrippen kort, lang, dik, dun, klein en groot aangeleerd worden. De aandacht wordt speciaal gericht op het systematisch ordenen.

De kralenstaafjes van 1 tot 10 dienden als hulpmiddel, om de tafels van 1 t/m 10 inzichtelijk te maken.

Dit is zintuiglijk stapelmateriaal. Het bevordert de coördinatie van bewegingen.
De kleurentorens in rood, blauw, geel en groen zijn eveneens stapelbaar: herhaling brengt immers verbetering in motoriek en het ontwikkelt het gevoel voor harmonie.
Het kleinste blokje past 1000 x in het grootste blok.

De gehoorkokers helpen de kinderen met een gehoorstoornis, harde en zachte geluiden te onderscheiden. Ze kunnen van hard naar zacht neergezet worden en doordat er 2 complete setjes zijn (in blauw en in rood), kunnen de kinderen ook gelijke geluiden opzoeken.

De kinderen zijn, door te kijken en te voelen aan de stoffen op de stenen, motorisch en zintuiglijk bezig. Dit vormt de basis voor de ontwikkeling van de intelligentie.

Het omtrekken en inkleuren van deze metalen figuren stimuleert de motoriek in de vingers, hand en arm. Door de figuren elkaar te laten overlappen ontstaan er creatieve ‘schilderijen’ en nodigt uit om mooi in te kleuren.

De Schuurpapieren cijfers en letters hielpen kinderen om de grove vormen te ontdekken. Dit diende als voorbereiding op het aanvankelijk schrijfonderwijs, waarvoor fijne motoriek nodig was!

Matjes en repen vlechten .., kaarten borduren .., werken met vouwblaadjes en plakfiguurtjes …: deze technieken behoorden allemaal tot de creatieve papierlijn van Friedrich Fröbel.

Dit is de 1e speelgave. Met deze ballen werden de kleuren aangeleerd.

De 2e speelgave, de bol, de kubus en de cilinder.
Deze blokken brachten begrippen als beweging, rust en een combinatie
van beide spelenderwijs onder de aandacht.

Door kinderen met de vormen uit deze 4 verschillende blokkendozen te laten spelen en ook weer volgens afspraak in te ruimen, werd hun motorische ontwikkeling en ook het logisch denken bevorderd.

Mozaïkdoosjes, spijkerplankjes en doosjes gevuld met ringen en stokjes.
Het stimuleerde de creatieve geest van het kind en bevorderde de motoriek in de vingers.
Dat was belangrijk, want in de 1e klas moest er immers netjes geschreven kunnen worden.

Al spelenderwijs leerden de kinderen de kleuren met de kleurenspin de kleuren onderscheiden. Met behulp van de dobbelsteen kan het spel gespeeld worden op de wijze van ‘Mens erger je niet’.