Kast 1B: Lezen

Kast 1B: Lezen

Aap, noot, mies, wim, zus, jet; de woordjes werden vanaf de leesplank ritmisch opgedreund. Velen onder U hebben met dit leesplankje leren lezen.

Meer weten?

Dit leesplankje is ontworpen door M.B. Hoogeveen omstreeks 1897. Dit drieregelig plankje was de opvolger van de tweeregelige uitgave rond 1894. Bij het woordje ‘gat’ zit een gat in het plankje.

In het ronde, rood-bruine doosje zitten de lettertjes.

Het ‘Aap Noot Mies’-leesplankje

De verbeterde uitgave werd uitgegeven rond 1908. Het werd gebruikt in het openbaar onderwijs en later ook op de Protestantse scholen.

Dit plankje is ontworpen door Frater Beckers uit Tilburg. Hij was daar verbonden aan een Jongensweeshuis: de jongens vervaardigden de leesplankjes in de werkplaats. Dit is de Katholieke tegenhanger van het plankje van Hoogeveen. De eerste versie is uitgebracht in 1905. Vanaf 1920 werd het veelvuldig op de Katholieke scholen gebruikt. En omdat Indonesië een Nederlandse kolonie was, kwam er ook een Indisch leesplankje op de markt: Jaap, gijs, dien, zus, boe, oom.

Het Indonesisch leesplankje Omdat de ‘Aap, Noot, Mies’ versie erg Hollands was met zijn plaatjes, is omstreeks 1917 een speciale uitgave gemaakt voor Indonesië, geïllustreerd door Jetses. Opvallend is dat op het plankje ook 3 lidwoorden voorkomen: ‘de neus’, ‘het huis’, en ‘een schip’. Men ziet ook een ‘boe’, een oom met een tropenhelm en een huis waarvoor het kantoor van de uitgeverij Wolters als voorbeeld diende. De 5 bijbehorende leesboekjes ‘Van vier kinderen’ kwamen pas in 1920 op de markt.

Deze leesplank werd ontwikkeld door J.H. Colenbrander, werkzaam op dezelfde lagere school als Hoogeveen. Op Colenbrander kwam veel kritiek, omdat zijn leesplankje té veel op dat van Hoogeveen zou lijken.

Methode voor het aanvankelijk lees- en taalonderwijs op de R.K school.
Het klassikale geheel bestond uit 2 leesplaten, 2 schoolplaten en 24 kleinere klassikale kartonnen schoolplaten met afbeeldingen van vierentwintig afzonderlijke globaalwoorden, zoals maan, zaag, fien, vier, koek en schoen.

De leerlingen kregen verkleinde afbeeldingen met de woorden eronder in blokschrift, die ze op doorzichtig papier konden overtrekken. De kinderen leerden vanaf de eerste schooldag de woorden en zinnen als geheel herkennen en mochten zo in het eerste leesboekje het verhaal ‘De droom van Wim’ lezen.

Dit plankje is vooral in Zeeland bekend vanwege het dialectisch woordgebruik.
Het werd niet gebruikt om kinderen te leren lezen.

Het Zuid-Afrikaanse leesplankje werd gebruikt bij de leesmethode ‘Ek kan lees’

Dit plankje is ontworpen door Schoontje Isabella Engelsman in 1930.

Het Farsi-alfabet
Het is een plankje voor Turkse kinderen.

Het Egyptische Hiërogliefen alfabet:
Op dit plankje staat het schrift van het Oude Egypte.
Door de Egyptenaren zelf werden ze ‘Medu Netjer’ of ‘Goddelijke Woorden’
genoemd.

De houten letterdozen waren onmisbaar om de geleerde woordjes in te
oefenen.

Voorzichtigheid was geboden: wanneer de doos omkieperde, had je veel werk
om alle lettertjes weer in het juiste vakje te leggen.

Bijzondere en zeldzame houten leesdoos, binnenzijde met lithografisch
papier bedekt, gemaakt bij de firma B. Mol uitgeverij St. Gregoriushuis in Utrecht.
Inclusief zakjes met lettertjes.

De regels op het plankje corresponderen met de tekst op de schoolplaten van
deze methode.