Kast 5A: Natuurkunde

Kast 5A: Natuurkunde

De natuurkundematerialen die u hier ziet, waren bestemd voor de hoogste klassen van de Lagere School. Je bofte maar, wanneer de meester aan het eind van een schoolweek de vergrootglazen uit de natuurkundekast haalde en je insecten of braakballen mocht onderzoeken.

Nog spannender werd het wanneer hij je kennis liet maken met eenvoudige natuurkundeproefjes: een kaars die, wegens zuurstofgebrek doofde of de werking van een communicerend vat.

We snapten wel, dat de Barometer, de Manometer en de Stoommachine eigenlijk voor de allerhoogste klassen bestemd waren.

Wanneer de meester een aanschouwelijke biologieles wilde geven, was hij aangewezen op het vangen en opzetten van insecten en dieren. Het ziet er misschien griezelig uit, maar de meester van toen was blij, wanneer hij een opgezette fret tijdens de les aan zijn leerlingen kon laten zien.

Hij kon ook gebruik maken van de serie kijkkasten waarvan hier de ontwikkeling van de honingbij en een verzameling schelpdieren te zien zijn.

Meer weten?

In de stoommachine werd water verwarmd tot het stoom werd. Die stoom gebruikte men om een groot rad te laten ronddraaien. Hiermee werden dan door een aandrijfriem andere apparaten in werking gesteld, zoals slijpwielen, een dynamo, zaagmachines enz.

De grote klokmeter in het midden is een manometer, die de druk meet per vierkante cm oppervlakte. Toepassingen zijn: een meter om druk in een leiding te meten, de barometer en de bloeddrukmeter. Links een weerstandmeter of Ohm meter, die de elektrische weerstand meet in een stof. Elektrische weerstand is het vermogen om elektrische stroom tegen te houden.

De barometer is er om de luchtdruk te meten. Luchtdruk wordt uitgedrukt in mbar. Tegenwoordig ook in kilopascal. Een bar is ca 100 kilopascal en 1000 mbar.
Met het prisma kun je wit licht splitsen in licht met alle kleuren van een regenboog.

Dit zijn open vloeistof reservoirs, die onder het vloeistofniveau met elkaar zijn verbonden waardoor het vloeistofpeil in alle reservoirs even hoog staat.
De vaten communiceren met elkaar, dat wil zeggen, ze staan met elkaar in verbinding. Het peilglas van een waterkoker en een syphon onder een aanrecht zijn praktische voorbeelden van communicerende vaten.

De Erlenmeyer

De Erlenmeyer hoorde jarenlang alleen thuis in laboratoria en scheikundelokalen op middelbare scholen. De uitvinder heet Emil Erlenmeyer een Duitse chemicus uit de 19e eeuw.

Deze botten zijn in 1960 gevonden bij het graven van de eerste grote zeesluis in Terneuzen. Deze botten zijn 20.000 jaar oud.

Bij de graafwerkzaamheden van de grote zeesluis in 2012 is er een aanvulling van de botten gekomen.